SATÉ
Vlees- of vegaspiesjes van de grill met ketjapsaus
Saté, we kennen hem allemaal: gemarineerd vlees aan een stokje van de grill. Dit gerecht is uitermate populair in Nederland en dan ook helemaal ingeburgerd. Het is geïntroduceerd door de kolonialen banden. In Indonesië vindt je stalletjes waar ze dit à la minute op houtskool voor je grillen. Saté wordt dan gegeten met blokjes lontong (koude gestoomde rijstcake) met pindasaus en/of ketjapsaus. Ook hier is een vegetarische optie mogelijk door het vlees te vervangen met tempeh.
Tip van onze chef Hendrik:
“Mijn voorkeur gaat uit naar saté van speklapjes. Het vet geeft zoveel extra smaak.”
INGREDIËNTEN
Voor de ketjapsaus
- Zoete ketjap – 2 theekopjes
- Limoen – 1 stuk
- Rode ui – 1 stuk
- Lombok Merah (rode peper) – 1 stuk
- Lombok Hijau (groene peper) – 1 stuk
Voor de saté
- Kippendijfilet, varkenshaas of lamshaas – 500 gram
- Zoete ketjap – 1 theekopje
- Ketoembar (gemalen korianderzaad) – 1 theelepel
- Witte peper – 1 theelepel
- Zout – 1 theelepel
- Knoflook – 1 teen
- Zonnebloemolie – 2 eetlepels
- Citroensap – ½ citroen
STAPPEN
Voor de ketjapsaus
- Snij de ui en pepers fijn.
- Doe alles in een kom samen met het sap van de limoen.
- Meng dit alles tot een homogeen mengsel wordt verkregen.
Voor de saté
- Snij het vlees of de tempeh in blokjes van 1,5 cm.
- Maak een marinade van ketjap, ketoembar, peper, zout.
- Meng het vlees of de tempeh hierin. Voeg hieraan nog toe fijngeperste knoflook, citroensap, en olie. Meng nogmaals goed door elkaar.
- Laat dit marineren gedurende minimaal 2 uur.
- Spies het vlees of de tempeh aan stokjes. Tip: Gaar de saté van speklapjes voor in de oven. Je hoeft alleen maar even te grillen boven de houtskool (het smeltende vet veroorzaakt veel vuur waardoor de saté gemakkelijk aanbrandt).
- Gril de spiesjes op een houtskoolbarbecue. Of in de oven; temp. 190-220 C hetelucht of elektrisch.